Thuiskomen | Mensen | Beelden | Contact | Zoom

big smile

 

Joachim

Chielens

  Joachim Chielens

Ik heb er dit jaar 38 jaar opzitten in het onderwijs. In al die jaren heb ik bijna 800 leerlingen de revue zien passeren. Sommigen verdwijnen daarna uit je leven, anderen zie je af en toe nog eens en soms ontmoet je toevallig één van je vroegere Pappenheimers. Meestal herken ik hen onmiddellijk en al zeg ik het zelf, ik heb een vrij goed geheugen voor namen en gezichten. Ze zijn dan telkens verbaasd dat ik hen nog ken en nog wat details kan vertellen uit die tijd van toen. Ik blijf dan meestal wat babbelen. Benieuwd over hun studies, over hun beroep, over hun huis-tuin-en-keukenliedje. Ik vind dat gewoon plezierig plezant om te horen wat ze ervan gebakken hebben.
Vorig jaar hoorde ik toevallig het verhaal van Joachim, een oud-leerling die in het schooljaar 1991-1992 bij mij in de zesde klas zat. Het was een opmerkelijk verhaal, anders dan anders. Joachim interviewen was een ander paar mouwen, want de kerel woont nu op Hawaï en dat is nu eenmaal niet bij de deur. Gelukkig vond ik hem via Facebook. Niet dat ik zo’n trouwe volgeling ben van Zuckerberg & C°, maar om iemand op te snorren is het wel handig. Ik stuurde hem een e-mailtje en via Skype kreeg ik hem een week later in het vizier. En zo deed hij zijn verhaal uit de doeken, een ongewone lovestory.

Joacgim op de lagere school

 

Roots
Ik zette de eerste keer mijn keel open op 26 januari 1980, begint Joachim zijn verhaal. Mijn pa was Freddy Chielens en mijn ma Agnes Van Erdeghem. Zij hadden ergens in de jaren zeventig grond gekocht in de Verbindingsstraat en er ons huis gebouwd. Ik heb één broer, Jonathan die drie jaar ouder is. In 1985 toen ik vijf jaar was, verongelukte mijn vader. Dat was erg, vertelt Joachim, maar ik was nog klein en veel herinner ik me niet meer van hem. Ons ma heeft altijd goed voor ons gezorgd en we hadden alles wat we nodig hadden.

Mijn schoolcarrière ben ik begonnen op Pius X. Kleuter, lager en daarna twee jaar middelbaar. Dan ben ik twee jaar in Sint-Niklaas naar school geweest om uiteindelijk in Gent mijn diploma middelbaar te halen als verpleegassistent.

Ik had toen eigenlijk genoeg van de school. Ik wist op mijn achttiende echt niet wat ik moest doen en dus zocht ik maar werk. Ik kwam terecht in een bedrijf in Lokeren waar ze benzinetanks fabriceerden. Na zes maanden hield ik het daar voor bekeken. Ik verdiende wel een mooie pree maar het was eentonig werk en ik maakte voor mezelf uit dat een leven in de fabriek niets voor mij was.

Leger
Een vriend was beroepsmilitair geworden en toen ik hem hoorde vertellen, gaat Joachim verder, dan leek dat wel iets voor mij. Ik schreef me in, deed de nodige testen en ik kon beginnen. Na mijn opleiding kwam ik in de kazerne Kleine Brogel in Peer terecht. Twee jaar was ik er bij de militaire politie en toen zocht ik een taak met iets meer uitdaging. Ik volgde in 2001 de opleiding onderofficier medische dienst in Zedelgem en na mijn examens kwam ik in de kazerne van Destelbergen terecht.

In 2003 mocht ik voor de eerste keer op buitenlandse missie naar Kongo. Wij moesten medische steun bieden aan de Fransen die de leiding hadden van deze zending. Die kennismaking met Afrika was echt de moeite waard. Vooral de mentaliteit van die mensen daar was anders dan hier. Lukt het vandaag niet, dan proberen we het morgen nog eens en als het dan nog niet lukt, dan zal het wel niet zo belangrijk zijn en dan vergeten we het maar. Echt zo’n sfeertje van we komen er wel, niet te veel stress!

De laatste twee maanden verhuisden we naar Oeganda en daar moesten we al het materiaal van de Fransen opkuisen, desinfecteren en op het vliegtuig zetten richting Frankrijk. Dat was serieus werken, maar gelukkig hadden we daar een eigen auto en in onze vrije tijd konden we een stuk van Oeganda verkennen: het Victoriameer, de watervallen, de hoofdstad Kampala… dat was best een leuke tijd.

In 2005 was er dan mijn tweede zending naar Afrika. Wij moesten toen een colonne van 80 militaire voertuigen, die aan Kongo geschonken waren, begeleiden vanuit Tanzania, door Rwanda naar Kongo. Dat was een ongelooflijk avontuur en de Kongolese chauffeurs bij elkaar houden in onze colonne was echt geen sinecure.

  Joachim bij zijn eedaflegging in het Belgische leger

In 2008 volgde dan mijn derde buitenlandse missie naar Libanon met de Blauwhelmen.

De Belgen hadden daar een veldhospitaal en ik was verantwoordelijk voor de medische evacuatie. 30 Man had ik onder mij en ik was een beetje de manager. Ik moest de opdrachten verdelen, briefen, schema’s opstellen zodat onze steun te allen tijde verzekerd was. De Belgen hadden ook ontmijningsopdrachten en hierbij was de medische steun van kapitaal belang.
Gelukkig is er nooit iets ernstigs gebeurd in de vier maanden dat ik in Libanon was.

 

Een jaar later, in 2009, vervolgt Joachim, was er mijn vierde buitenlandse missie in Afghanistan, ditmaal onder NATO-commando. In de hoofdstad Kaboel waren zo’n paar duizend militairen gestationeerd uit verschillende landen: Tsjechië, Zweden, Nederland, Duitsland, Noorwegen, België, Amerika… Ik was daar als verantwoordelijke voor de medische steun van een veldhospitaal. Ik zorgde ervoor dat alles goed georganiseerd was en op wieltjes liep. Ik was maar 29 jaar, maar mijn baas vond dat ik het aankon en ik heb het er al bij al zonder kleerscheuren goed vanaf gebracht. Vier maanden lang verbleef ik in Kaboel en de laatste avond juist voor ik vertrok, gebeurde er iets dat mijn leven totaal veranderde…

Joachim en Cinnamon met de prijs van de mooiste glimlach van Kaboel  

Smile
Ik ging terug naar mijn kamer en buiten op een bankje zat een Amerikaanse militaire een boekje te lezen. Toen ik passeerde, gaf ze me een brief en daarin stond dat ik de prijs had gewonnen voor ‘De mooiste glimlach van Kaboel’. Mijn prijs was een pakje M&M’s. We zijn beginnen babbelen en die avond is de vonk overgesprongen. Er was maar één probleem: ik vertrok de volgende dag naar België en zij even later naar Amerika. We schrijven mei 2009. Cinnamon Jenkins, want zo heet ze, en ik wisselden ons e-mailadres uit en we begonnen te ‘verkeren’ via e-mail en Skype.

Dilemma
Ik zat wel met een probleem. Ik had een vriendin in België en samen hadden we een dochter Yente, die geboren was in 2008. Na de geboorte van Yente is het serieus misgegaan in onze relatie en vielen er meer woorden dan me lief was. Ik zat met een serieus dilemma. Enerzijds wou ik niet dat mijn dochtertje opgroeide in een gespannen sfeer en anderzijds wou ik haar ook niet in de steek laten. En dan die langeafstandsrelatie… Iets beginnen met iemand die bij manier van spreken aan het andere eind van de wereld zit, dat is niet simpel, zegt Joachim. Eind augustus 2009 ben ik naar New York gevlogen en ik voelde dat het klikte tussen Cinnamon en mij.
We mailden en skypten verder en een paar maand later is Cinnamon naar België gekomen en daarna trok ik nog eens naar de States, maar op de lange duur was zo’n relatie niet houdbaar.

Verkeren via e-mail is goed voor efkes, maar dat hou je niet vol. We zijn toen op een punt beland waarop er een knoop moest worden doorgehakt, want zo konden we niets opbouwen. We zeiden toen tegen elkaar: ‘Oké, ofwel verhuist er iemand van ons beiden ofwel stoppen we ermee.’ We hebben toen allebei eens serieus nagedacht en uiteindelijk samen beslist om de grote sprong maar te wagen.

 
Ik heb toen een streep onder mijn relatie getrokken. Ik kon ontslag nemen in het leger, Cinnamon als officier van het Amerikaans leger niet. Ze is juriste van opleiding. Ik kon goed Engels, zij kende geen enkel woord Nederlands, dus lag het voor de hand dat ik zou emigreren naar Amerika. Alleen het feit dat ik mijn dochter Yente achterliet, maakte die beslissing loodzwaar.

Trouwen
Ik ben verhuisd naar Amerika en op 7 juli 2010 zijn we getrouwd in Washington State. Mijn ma was er bij en Stijn Dombrecht, een jeugdvriend vanuit de lagere school, was mijn getuige.

Ons huwelijk was echt een sprong in het diepe, vervolgt Joachim, dat was een grote stap, ook al omdat we allebei uit een andere cultuur kwamen. Om je een voorbeeld te geven: in Amerika eten ze twee keer warm en dat was ik helemaal niet gewoon. We zijn toen in New York gaan wonen op 50 kilometer van Manhattan. Mijn vrouw werkte als officier, maar ik had geen job.

Ik ben toen beginnen zoeken om ergens aan de slag te gaan. Ik ben altijd een fervent fietser en triatlonner geweest en wonder boven wonder vond ik een baan in een triatlonwinkel in de buurt van Central Park. We verkochten fietsen en loop- en zwemgerief en er waren ook mensen die trainingen gaven. Dat was best een leuke job en we kregen veel interessante mensen over de vloer. Maar dik betaald was het niet, ik kreeg ongeveer 12 euro per uur, maar gelukkig moet je in Amerika niet zoveel belastingen daarop betalen.

  trouwfoto
Toekomst    
Door mijn huwelijk werd ik Amerikaan, maar het heeft nog zeker zeven maanden geduurd vooraleer ik mijn greencard (voor een permanente verblijfsvergunning) kreeg. We moesten eerst kunnen bewijzen dat ons huwelijk geen schijnhuwelijk was en gelukkig hadden we genoeg bewijsmateriaal hiervoor. Maar het was toch een hele papierenwinkel om dat voor elkaar te krijgen. Gelukkig is mijn vrouw juriste en dus thuis in heel die papierenwinkel.
Terwijl ik in de triatlonshop werkte, gaat Joachim verder, begon ik na te denken over mijn toekomst. Mijn diploma van het middelbaar stelde echt niet veel voor en ook met mijn brevetten uit het leger kon ik niet veel aanvangen. Als ik iets zou willen bereiken, zou ik terug moeten gaan studeren.
 

Terwijl ik werkte, heb ik in avondonderwijs twee modules gevolgd aan de universiteit van New York: criminal justice en psychologie. Universiteiten kosten veel geld in Amerika. Elke module telt voor drie studiepunten en je moet 120 studiepunten halen voor een bachelor. Eén module kost ongeveer 1000 euro, kan je rekenen hoeveel het kost om nog maar een bachelordiploma te behalen.

Terug studeren was echt niet simpel, bekent Joachim, want het was al een tijdje geleden dat ik nog gestudeerd had. Plus dat ik moest lezen, schrijven en studeren in het Engels. Ik stak er eerlijk gezegd dubbel zo veel tijd in, maar ik heb die twee modules met succes afgewerkt.

Joachim en zijn vrouw in batledress   Joachim en zijn vrouw in galauniform
Mijn vrouw is officier in het leger en dat heeft tot gevolg dat ze om de twee jaar moet verhuizen. In juni 2011 zijn we verhuisd naar Wiesbaden in Duitsland en die zomer heb ik beslist om terug te gaan naar het leger. Voor mij was het bekend terrein en tenslotte was het iets dat ik graag deed. Ik legde de nodige proeven af en in augustus 2011 ben ik begonnen aan zestien weken opleiding bij de infanterie in Fort Benning, Georgia. Na mijn opleiding in januari mocht ik terug naar Duitsland als deel van de US Army Europe. Van daaruit ben ik samen met mijn vrouw terug op missie gestuurd naar Afghanistan.  
Ik was verantwoordelijk voor de beveiliging van hoge militairen en we verplaatsten ons constant in zwaar gepantserde voertuigen. Toen onze missie afgelopen was, keerden we terug naar Duitsland.
Een leuke anekdote is dat ik in Afghanistan in de kijker kwam omwille van mijn verhaal. Dat maakte me tot ‘Soldaat van de week’ op het American Forces Network, de tv-zender voor en over Amerikaanse soldaten in het buitenland. Het Nieuwsblad pikte dit verhaal ook op en publiceerde mijn verhaal, maar op een vraag van VTM heb ik feestelijk bedankt. Ik sta niet zo graag in de belangstelling.
Ontslag    
In 2013 moest mijn vrouw voor een extra master in de rechten gaan studeren in Virginia. Mijn vrouw, die toen zwanger was, vertrok naar Amerika en ik bleef alleen achter in Duitsland. Eind augustus ben ik voor een maand naar Virginia getrokken en op 16 september 2013 is dan ons zoontje Bennett geboren, een souvenir van ons verblijf in Afghanistan. We waren in de zevende hemel!
 
Allebei in het leger met een verschillende basis, dat zag ik echter niet zitten en daarom heb ik in december 2013 ontslag genomen in het leger, zij het met spijt in het hart. Ik deed dat echt graag. In België is militair zijn een nine-to-five-job, in Amerika ligt dat totaal anders. Als ze daar iets zeggen, moet dat gebeuren en je moet daar niet te veel van je tak maken of je vliegt den bak in.
Hawaï    
Ik ben toen een maand of vijf huisman geweest, gaat Joachim verder, want we wisten dat we even later terug moesten verhuizen. Veel inspraak heb je niet in het leger. Ze laten jou kiezen tussen a, b of c, maar meestal word je naar plaats d gestuurd. In juni 2014 verhuisden we naar Hawaï, in het midden van de Stille Oceaan. We wonen er nu bijna twee jaar. In september 2014 ben ik terug gaan studeren aan de universiteit van Hawaï. Ik koos voor sociologie, een opleiding van zes jaar. Ik wil later graag les geven en met jonge mensen werken. Ik zat terug op de schoolbanken en ik ben er zonder problemen de oudste. Als je 18 bent, ga je naar school omdat je moet.
 
Als je zo oud bent als ik, ben je sterker gemotiveerd want je wil iets bereiken en dat is totaal anders. In juni 2016 moeten we terug verhuizen, zegt Joachim. Deze keer naar Oklahoma. Zo’n verhuis gaat iedere keer gepaard met de nodige stress. We pakken iedere keer alles in, want we verhuizen altijd met heel ons hebben en houwen, zelfs onze auto’s. Al bij al hebben we heel graag in Hawaï gewoond. Het heeft een zalig klimaat. Onze Bennett heeft nog nooit een lange broek of een trui met lange mouwen gedragen. Verder is er de mooie natuur en ik kan me er volop uitleven voor mijn sporten. Het enige nadeel aan Hawaï is het verkeer, dat is echt een ramp en van files weten we alles.
Het gezin van Joachim  

In januari 2016 is onze dochter Jewell dan geboren. Man, huisvader en voltijds student, mijn dagen zijn meer dan gevuld, maar het lukt me aardig om alles te combineren.

Doordat we zo vaak verhuizen, hebben we ook nooit familie waar we op kunnen terugvallen. Gelukkig is de sfeer in de kazerne goed, er heerst een grote solidariteit onder de militairen, want hoe je het ook draait of keert, we zitten allemaal in het zelfde schuitje. We helpen elkaar als het nodig is.

Skype
Contact met de familie verloopt meestal via Skype. Iedere week skype ik met mijn dochter Yente, mijn ma en mijn broer, zegt Joachim. Zo hou ik toch contact en daar hou ik van. Ook al zit ik aan het andere eind van de wereldbol, mijn familie is me nog altijd heilig en in mei 2016 komt mijn ma voor een maand op bezoek. Ik kijk er erg naar uit.

Zele is nog mijn thuis, bekent Joachim, en als ik de grote plas oversteek voelt het nog altijd als thuiskomen. Of ik ooit nog terugkom naar België, dat weet ik niet. Ik ben blij dat ik zes jaar geleden die stap gezet heb. Alles is anders dan toen, maar ik ben gelukkig.

 

     

Het is half negen ’s morgens.
Onze babbel zit er op.
Om zeven uur ontmoetten Joachim en ik elkaar via Skype
en deed hij mij zijn verhaal uit de doeken.
Een meer dan opmerkelijk verhaal.
Een verhaal van hoe een dubbeltje rollen kan
of hoe een glimlach je leven verandert.

Bedankt, Joachim, voor je verhaal! Het ga je goed, daar over de plas!

Mark De Block
28-V-2016

Als je het filmpje van Joachim op Youtube eens wil zien:
www.youtube.com/watch?v=E-DR_MThw0M


© Mark De Block
Thuiskomen